Vaderliefde is … verwarrend

Sinds hij zijn zoontje Pelle helpt leren praten, is onze redacteur Tim op een heel andere manier naar taal gaan kijken. Zijn persoonlijke ontdekkingen deelt hij hier.

‘Kauwfahnjauw’

Hoewel dit zinnetje (vertaling: ‘Ik hou van jou’) door veelvuldig gebruik aan inflatie onderhevig is in ons huishouden, en het voor Pelle mogelijk weinig meer betekent dan een eenzijdige verlenging van ons vader-zoon-contract, blijft het moeilijk voor me om er niet bij weg te zwijmelen.

Zelfs nu, terwijl we hysterische rondjes draaien in een derderangs doe-het-zelf-draaimolen, en hij even hiervoor om een voor mij onbekende reden de beugel heeft losgelaten. ‘Nee’, denk ik, wanneer het roze wolkje uit mijn hoofd verdwenen is, ‘ik zei niet: ik houd van jou. Ik zei dat je je moet vasthouden. VAST-houden. Of wil je soms wéér in een baan om de aarde worden geschoten?’

Maar dat zeg ik natuurlijk niet. Stel je voor, straks zegt hij nooit meer dat hij van me houdt. Ik lach mijn meest liefdevolle lach en houd mijn klep. Dan maar wat schaafwonden verzorgen.

Ik kan me heus wel iets voorstellen bij de verschillende betekenissen van het woord ‘houden’. Als je van iets of iemand houdt, wil je niet loslaten. Simpel zat. En toch fascineert het me dat een term die zo doordrenkt is van emotie, verwart kan worden met iets banaals als verhinderen uit een draaimolen geslingerd te worden. Waarom, kortom, spreken we van ‘houden van’?

Tot voor kort had het hersendeel dat de puberteit nog altijd niet ontgroeid is zo’n ontluikende interesse snel in de bodemloze prullenbak van mijn brein gesmeten (boeiuh). Dergelijke misverstanden met mijn zoon zijn tegenwoordig echter zo gebruikelijk, zo logisch en onlogisch tegelijkertijd, dat het overige deel van die grijze massa in opstand is gekomen.

‘Hammmmm’.

Wil hij nou ham of een boterham?

‘Boterrr’

Wil hij boter of een boterham?

‘Kaasjjjjj’

Wil hij kaas of pindakaas?

‘Mihihihihihi’

Nee Pelle, dat zegt een paard. Een Nijl-paard zegt … iets anders.

Maar waarom zijn ze dan, in taalkundige zin, familie van ‘ham’, ‘kaas’ of ‘paard’?

De miljoenen officiële en officieuze Nederlandse woorden herbergen wonderlijke raadsels, soms met ingenieuze verklaringen, door vadertje tijd in elkaar geknutseld. En soms is de uitleg voor een onbegrijpelijk woord ook teleurstellend simpel. Vraag me niet waarom, maar iemand, ooit, heeft dat grijze, logge, moddervette beest met die enorme muil daadwerkelijk als familielid van het paard ingeschat.

Etymologie heet het, de historische herkomst van woorden. Het heeft me betrekkelijk lang gekost om dit kruispunt tussen mijn liefdes voor taal en geschiedenis te ontdekken, maar ik ben er inmiddels hopeloos aan verslingerd geraakt.

Toch maar googelen dus, naar de etymologie van ‘houden van’.

Het is even zoeken dit keer, een waarschuwing die volledig aan me voorbijgaat. Als ‘houden van’ een mooie, romantische oorsprong had gekend, had het internet er ongetwijfeld vol mee gestaan. Maar ik vind geen inspirerende teksten in Delfts blauwe tegels, ik lees geen verdiepende valentijnsartikelen.

Een verklaring vind ik uiteindelijk wel, diep weggestopt in een oud-Nederlandse woordenbrij vol hinderlijke afkortingen.

‘In de middeleeuwen beteekent houden van iets in leen hebben van, iemands vasal zijn (fr. tenir (un fief) de quelqu’un), afhankelijk zijn; vandaar om iemand geven, zich om iemand bekommeren; ophebben met (vooral in de uitdr. vele van hem selven houden, d.i. hoogmoedig, ingebeeld zijn), waaruit zich de tegenwoordige beteekenis van liefhebben, beminnen kan hebben ontwikkeld.’

Verdomme. Voortaan toch maar blijven hameren op dat vasthouden.



7 ADVIEZEN VOOR EEN JAARVERSLAG MET MEER IMPACT

Download onze whitepaper en ga direct aan de slag met de nieuwste inzichten en mogelijkheden voor jaarverslaggeving.

Download whitepaper